Drie dagen voor Wereldarmoededag kondigde het kabinet vanwege de oplopende coronacijfers een gedeeltelijke lockdown aan. De horeca heeft haar deuren weer gesloten, volwassenen sporten niet meer in teamverband en binnenlandse reisbewegingen worden tot het minimum beperkt. Het is de bedoeling dat we zoveel mogelijk thuis blijven en daar ook maar zeer beperkt bezoek ontvangen. Het dagelijks leven gaat zich (weer) voornamelijk afspelen in en rond het huis.
De gedeeltelijk lockdown gaat (wederom) een groot deel van Nederland laten ervaren wat de sociale kant van armoede inhoudt. Een leven zonder een kopje koffie buiten de deur, zonder sociaal verkeer zoals feestjes, familiebezoek en verjaardagen en zonder de wekelijkse ontspanning bij de badminton, voetbal of handbal. Het zijn al deze zaken die ontbreken als je in armoede leeft. De sociale kant van armoede laat treffend voelen dat armoede meer is dan een financieel vraagstuk. Het betekent voor veel mensen een leven met permanente zorgen, continu de financiën plannen en organiseren, duimen dat er niets stuk gaat en veel thuis zijn.
Al voordat corona uitbrak werd voorspeld dat de armoede in Nederland zou toenemen. Netto vindt er al jaren een verlaging plaats van de bijstandsnorm. En daarnaast dragen regels rondom werk er aan bij dat er in Nederland groepen werkenden zijn die structureel zijn aangewezen op onzeker, laagkwalitatief en vaak ook laagbetaald werk. Relatief was het aantal mensen met een flexcontract voor de pandemie in Nederland dubbel zo hoog ten opzichte van ons omringende landen. Corona werkt heel stevig door in de economie. Metingen van het Nibud laten zien dat al in juli één op de vijf huishoudens minder te besteden had dan voorheen. Nu de tweede (gedeeltelijke) lockdown is ingegaan wordt breed verwacht dat het aantal huishoudens dat inkomen moet inleveren verder oploopt. Het lijkt inmiddels onvermijdelijk; de armoede in Nederland gaat flink toenemen.
Het besef dat we deze periode sociaal flink moeten inleveren en dat een groeiende groep Nederlanders daarbij ook nog een (fors) deel van het inkomen inlevert, roept wederom de vraag op wat de waarde is van geld. In zijn boek Maakt geld gelukkig? rekent hoogleraar psychologie en ‘geluksprofessor’ Ap Dijksterhuis af met het spreekwoord ‘Geld maakt niet gelukkig’. Gemiddeld genomen neemt ons geluk toe als we meer geld hebben. In zijn boek legt hij uit dat we zelfs als we al best veel geld verdienen, toch gemiddeld nog wat gelukkiger worden als ons inkomen nog verder stijgt.
Dit stuk is geen pleidooi voor ongebreideld geld verdienen of het negeren van de waarde van menselijk contact, gezondheid en al die andere zaken die het leven mooi kunnen maken. Het is een uitnodiging om zo rond Wereldarmoededag in een gedeeltelijke lockdown, te doorvoelen hoe heftig de beperkingen zijn van de sociale kant van armoede. Het is een uitnodiging om je daar bovenop te realiseren dat armoede naast de sociale impact op nog veel meer negatieve wijzen doorwerkt in het dagelijks leven. Het is een oproep om in je omgeving alert te zijn op armoede en – op een bij dit tijdsgewricht passende wijze – contact te leggen. Wie tijd over heeft doordat de horeca dicht is, de sportclub gesloten en er misschien ook wel reistijd wegvalt, heeft tijd om er te zijn voor al diegenen waar je in het drukke leven misschien wel aan voorbij ging.
17-10-2020