Member Jan van der Schans (66) zit ontspannen aan de tafel in het Quiet-kantoor voor een interview met seniorenmagazine Vlaiger en Quiet. Zonder remming doet hij zijn verhaal.
Tekst: Arnold de Meijer
‘Ruim acht jaar heb ik als salarisadministrateur bij de Sociale Verzekerings Bank gewerkt. Goed salaris en ik leefde als God in Frankrijk. Ik had een relatie en we leefden onbezonnen. Mijn toenmalige vriendin was gek op Elvis dus wij zijn vier keer naar Memphis geweest. Dat kon toen ook, maar toen ik door een reorganisatie in de WW terecht kwam was dat niet meer haalbaar. Ik heb geprobeerd als zelfstandige zonder personeel een administratiekantoor op te zetten. Dat kwam niet van de grond, maar ik zat inmiddels wel aan de grond. Dan moet je over je eigen trots en ego heenstappen en hulp vragen. Dat heb ik gedaan en ben gaan surveilleren voor de Universiteit en het UMCG. Het leek weer een beetje goed te gaan en toen kreeg ik kanker. Een deel van mijn darmen is verwijderd.’
Survival
Maar Jan is een echte survivor. ‘Ik zat veel alleen, zeg maar in een groot zwart gat. Je speelt zelf ook een rol in je eigen eenzaamheid. Daar moet je wat mee en ik heb dat doorbroken door mystery shopper te worden en weer te gaan surveilleren. Schulden had ik nog steeds dus ik moest hulp hebben. Inmiddels zit ik in een schuldsaneringstraject en moet nog anderhalf jaar.’
Schaamte voorbij
‘De schaamte ben ik inmiddels voorbij. Moet ook, want anders kun je geen stappen vooruit maken. Mijn boodschappen zijn beperkt, want het meeste komt van de Voedselbank. Daar kwam ik ook in contact met Quiet. Zij geven mij de kans om dingen te doen waar ik zelf niet voor kan kiezen. Mijn keuzes worden bepaald door mijn financiën. Ik kan niet meer spontaan meedoen, naar de bioscoop, theater of een terrasje pakken. Dat zit er gewoon niet aan. Van Quiet heb ik een aantal aanbiedingen gehad, waardoor ik ook leuke dingen kan doen met mijn kleinzoon.’
Openheid
Voor iedereen in een vergelijkbare situatie heeft Jan wel een paar tips: ‘Wees vooral open. Vertel hoe de vlag erbij hangt. Begrip is wat je krijgt. Mijn familie is daar voor mij heel belangrijk in geweest en dat zijn ze nog. Zij steunen mij. Een sociaal vangnet is daarbij van fundamenteel belang. Voor ouderen is dat vaak lastiger. Veel vrienden zijn vaak al overleden, dus zien zij heel weinig mensen. Dat is eenzaam. Natuurlijk is er ellende, maar dat is niet het uitgangspunt. Wat je jezelf af zou moeten vragen is: wat is mijn talent en hoe kan ik anderen daarmee helpen. Ik ben nog steeds blij en dankbaar want ondanks alles red ik het toch maar.’
Jan kijkt op de klok, staat op en maakt aanstalten om te vertrekken. ’Ik moet nog surveilleren,’ en met een brede glimlach op zijn gezicht verlaat hij het Quiet-pand. De positieve sfeer die hij uitstraalt blijft nog even hangen.