Member aan het woord: Gerda was voor haar zoon een voorbeeld in moeilijke tijden
In financiële problemen komen kan iedereen gebeuren. Soms hoeft het niet eens je eigen schuld te zijn. Dat gold voor Gerda (59) letterlijk. Meerdere keren leefde ze in armoede en nog altijd let ze op elke euro die ze uitgeeft. Ondanks alle emotie die aan de herinneringen vast zit, probeert ze altijd te blijven lachen.
Door Thomas Worms, student Fontys Hogeschool voor Journalistiek
Via een activiteit in de wijk waar zij aan deelnam leerde zij Quiet kennen. Ze werd member en bezoekt nu bijna iedere week de inloopochtend en ze doet mee aan activiteiten en creatieve workshops.
Stil was Gerda nooit over haar situatie. Ze probeert er zo open mogelijk over te zijn. Lastige situaties, moeilijke en emotionele gebeurtenissen passeerden in haar leven. “Dat is ook bepalend geweest voor hoe ik nu in mijn vel zit. Wie ik nu ben en wat ik allemaal maak hier.”
Gerda is drie keer getrouwd geweest. Na de eerste scheiding leefde ze een paar jaar in armoede. De moeilijkste periode was na haar tweede huwelijk. Haar man vertrok naar het buitenland en is sindsdien spoorloos. De schulden die hij had gemaakt kwamen op Gerda’s bordje te liggen. “Hij was met van alles bezig. Ik heb destijds niet in de gaten gehad hoeveel de schuld eigenlijk was.” Pas toen haar man vertrokken was met al het geld dat hij nog had, hoorde Gerda van schuldeisers wat het bedrag was wat van haar gevraagd werd. “98.000 euro. De rechtbank heeft 12.000 daarvan aan mij toegekend, de rest hoefde ik niet te betalen.”
“Als je werkt en je hebt een kind van 8 jaar thuis wonen, is dat lastig. Er was een tijdje dat ik vier banen had.” Zelfs daarmee leefde ze op het randje. Haar zoon zag ze soms weinig omdat ze zoveel werkte. Gerda vond het lastig om toen het hoofd boven water te houden. “Hoe zorg je dat je kind een veilig thuis kan hebben? Zonder te veel te laten merken dat er een zwaard boven je hoofd hangt. Want ieder moment kan er iemand komen om het hele huis leeg te trekken. Het is heel pittig.”
Eerlijk naar haar zoon
Als alleenstaande moeder een kind opvoeden, terwijl je een dak boven je hoofd nooit zeker bent. Gerda probeerde het zichzelf makkelijk te maken door er open over te praten. “Ik ben altijd eerlijk geweest naar mijn zoon, maar ik liet niet alle kanten zien. Alleen het noodzakelijke. Door eerlijk te zijn, heb ik nooit een kind gehad dat liep te zeuren. Dat is iets wat ik zou doorgeven aan andere ouders. Het is niet leuk om te vertellen. Je doet het liever niet, maar je hebt minder problemen in huis.”
Het hielp zo met het opvoeden. Gerda vertelt dat haar zoon de situatie accepteerde. In plaats van blijven vragen om speelgoed of ijsjes, dingen die leeftijdsgenoten wel kregen, zette hij het om en ging hij meedenken. “Hij begreep het. Mijn zoon ging nadenken over uitjes die gratis zijn. Naar de speeltuin, of het strand. Op de fiets. Zelf een boterham mee nemen. Flesjes met water vullen. Dan heb je toch een leuke dag samen.”
Later spraken ze er nog over, toen haar zoon volwassen was. “Hij herinnert zich wel dingen. Dat we heel erg zuinig moesten zijn, dat soort zaken. Hij vond het moeilijk. Hij zegt ‘mam, ik vond het een rotheid maar ik begrijp het wel’.” Het blijven emotionele momenten voor Gerda om op terug te kijken. Toch is ze ook trots. Ze ziet hoe haar zoon nu voor zichzelf dingen doet die ze vroeger samen deden om geld te besparen. “Dat is wel waar ik heel blij mee ben. Ik ben een voorbeeld geweest om hem te laten zien hoe je met moeilijke tijden om kan gaan.”
Geld verdelen
Gerda’s laatste man overleed enkele jaren geleden. De jaren daarvoor droeg Gerda de zorg over hem. Daardoor had ze weinig contacten meer buitenshuis. Zelf is ze door een ongeluk voor meer dan 40% afgekeurd. Als gevolg daarvan blijft ze recht houden op een weduwe-uitkering. Met die uitkering kan ze net rondkomen, al noemt ze zichzelf een grensgeval als het op armoede aankomt. “Ik weet dat ik moet waken, want ik weet ook wat er gebeurt als ik dat niet doe.”
Dat betekent dat Gerda nog steeds op elke euro let die ze uitgeeft. “Daarvoor maak ik envelopjes. Als ik geld binnenkrijg, neem ik het op van mijn rekening en verdeel ik het over de weken. Zo weet ik precies hoeveel ik nog heb.” Ze kijkt vooruit naar wat ze nodig heeft en wanneer het een goed moment is om dat te kopen. “Mijn vakantiegeld is niet voor vakantie. Daarmee calculeer ik al in dat ik mogelijk in de winter dingen moet gaan aanschaffen. In mei leg ik daar geld voor apart, omdat ik anders weet dat ik het niet kan kopen.”
‘Alsof je niet mag genieten’
Als ze terug kijkt op de jaren waarin het moeilijk ging, zegt ze dat ze zich nooit heeft geschaamd voor de situaties. Juist dat heeft haar geholpen. Zo kreeg ze op werk voor haar verjaardag in plaats van een dure bos bloemen een pakket met lang houdbaar eten. “Als ik door schaamte niks had gezegd, hadden zij mij niet kunnen helpen door mee te denken.”
Het enige waar ze soms last van had, waren de vooroordelen. Bijvoorbeeld toen haar zoon met geld van zijn bijbaan een weekend naar Parijs voor hen twee betaalde. “Mensen kijken je aan van ‘jij leeft in armoede maar gaat wel een weekendje weg. Hoe kan dat nou als je niks hebt?’. Terwijl mijn zoon daar gewoon hard voor heeft gewerkt. Sommigen denken dat als je arm bent, dat je niet mag genieten. Dat je niet blij mag zijn.”